Strafrecht
Strafrecht
Het strafrecht kent enkele grondbeginselen.
De belangrijkste is dat iemand voor onschuldig moet worden gehouden totdat het tegendeel onherroepelijk komt vast te staan.
Een ander grondbeginsel is dat een gedraging pas strafbaar kan zijn, als dat in de wet is bepaald (het legaliteitsbeginsel). Veel ‘algemene’ gedragingen die de wetgever strafbaar vindt zijn vermeld in het Wetboek van Strafrecht (Sr). We noemen dat het commune strafrecht. Daarnaast zijn er veel bijzondere wetten, waarin meer specifieke gedragingen strafbaar zijn gesteld. Te denken valt aan de Wet wapens en Munitie, de Wet dieren of de Wet Economsiche Delicten.
De regels over hoe een strafproces verloopt zijn vrij nauwkeurig vastgelegd in de wet, in het bijzonder in het Wetboek van Strafvordering (Sv)
Dwangmiddelen
Als u verdachte bent, dan kan dat zeer ingrijpende gevolgen voor u en uw omgeving hebben.
In Sv zijn dwangmiddelen genoemd die tegen de verdachte mogen worden ingezet.
Een van de ergste dwangmiddelen is de vrijheidsbeneming: u wordt ‘opgepakt’ door de politie en verblijft in een cel of huis van bewaring.
Een ander dwangmiddel is het leggen van beslag. Dit betekent dat de politie spullen bij u thuis komt ophalen, of beslag legt op bankrekeningen.
Bij al deze beslissingen (voortzetting voorarrest, beslag) is bijstand van een gespecialiseerd advocaat zeker in het belang van de verdachte.
De zitting
Of nu wel of geen dwangmiddelen zijn ingezet in het vooronderzoek, uiteindelijk zal de verdachte voor de rechter moeten komen op een zitting. De rechter bepaalt dat of de verdachte het feit heeft begaan. Zo nee, dan wordt de verdachte vrijgesproken. Zo ja, dan zal de rechter moeten nadenken over de vraag welke straf passend is bij dit delict en deze verdachte. Ook op de zitting is bijstand door een gespecialiseerde advocaat noodzakelijk voor een goede verdediging.
Veel voorkomende delicten.
Om een indruk te krijgen van de strafpraktijk, volgt hieronder een opsomming van delicten die in de praktijk veel voorkomen.
Wetboek van Strafrecht(Sr)
art. 138 Sr: huisvredebreuk
art. 140 Sr: deelneming aan een criminele organisatie
art. 141 Sr: openlijke geweldpleging
art. 157 Sr: brandstichting
art. 180 Sr: wederspanningheid (verzet bij aanhouding)
art. 184 Sr: niet voldoen aan een ambtelijk bevel
art. 188 Sr: doen van een valse aangifte
art. 207 Sr: meineed (liegen onder ede)
art. 225 Sr: valsheid in geschrifte
art. 242 Sr: verkrachting
art. 285 Sr: bedreiging
art. 287 Sr: doodslag
art. 289 Sr: moord
art. 300 Sr: mishandeling
art. 302 Sr: zware mishandeling
art. 310 Sr: diefstal
art. 311 Sr: diefstal met braak
art. 312 Sr: diefstal met geweld
art. 317 Sr: afpersing
art. 321 Sr: verduistering
art. 326 Sr: oplichting
art. 350 Sr: vernieling
art. 416 Sr: opzetheling
art. 416bis Sr: schuldheling
art. 420bis Sr: witwassen
Opiumwet
Drugs worden in de Opiumwet onderverdeeld in 2 categorieen (lijsten): softdrugs en harddrugs.
Lijst I: onder meer heroine, cocaine en XTC
Lijst II: onder meer hennep en hasj
art. 2 Opiumwet: bezit/handel drugs van categorie I (softdrugs)
art. 3 Opiumwet: bezit/handel drugs van categorie II (harddrugs)
Wet wapens en munitie (Wwm)
Wapens worden in de Wet wapens en munitie onderverdeeld in 4 categorieen.
Categorie I: stilleto’s, vlindermessen, boksbeugels, ploertendoders, pijlen, katapulten, ‘nep’pistolen (bb-guns).
Categorie II: automatische vuurwapens, stroomstootwapens
Categorie III: werpmessen, startpistolen
Categorie VI: degens, zwaarden, luchtdrukwapens, kruisbogen
art. 26 Wwm: het voorhanden hebben van een wapen uit de categorie II of III
art. 27 Wwm: het dragen van een wapen uit de categorie II, III of IV
Wegenverkeerswet (Wvw)
Art. 5 Wvw: verkeersgevaarlijk gedrag
Art. 6 Wvw: het veroorzaken van een ongeval, waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel bekomt of overlijdt.